Vol-au-vendredi

Zoals iedereen weet moet je eigenlijk elke dinsdag sardienen eten omdat het dan sardiensdag is, maar vergeet niet dat er ook vrijdag altijd een bepaald gerecht moet gegeten worden: vol-au-vent, ook wel gekend als koninginnehapje of vidé. Eigenlijk is vol-au-vent elk gerecht dat op basis van een botersausje gemaakt is en vervolgens in een warm bladerdeegkoekje wordt gedraaid. De meest bekend variant is natuurlijk de vol au vent met champignons, gehaktballetjes en stukjes kip. U weet wel, de vol-au-vent die u in bokalen bij de slager kan kopen of in plastiek potjes in het frituur kan bestellen. Maar er bestaan natuurlijk nog meer soorten. Bijvoorbeeld vol-au-vent van varkenspoten uit de polders. Wat heb je nodig om deze lekkernij bij mekaar te stoveren? Wel, 4 pasteitjes van bladerdeeg, 4 varkenspoten, 200 gr varkensgehakt, 1 ei, 100 gr paneermeel, peper, zout, muskaatnoot, 1 prei, 1/2 selder, 2 uien, 2 wortelen, 1 kruidentuiltje, boter, bloem en gehakte peterselie. Kook de varkenspoten samen met de prei, selder, ui, wortelen en een kruiden- tuiltje in water gaar. Breng op smaak met peper en zout. Maak intussen de gehaktballetjes. Meng het gehakt met 1 ei, paneermeel, peper, zout en muskaatnoot, draai mooie balletjes van het mengsel en kook ze in water met een weinig zout. Bind het kookvocht met een roux van bloem en boter. Haal, als de varkenspoten goed gaar zijn, het vlees eraf, snijd het fijn en vo eeg het bij het gebonden kookvocht. Laat nog even doorkoken en doe er dan de gehaktballetjes bij. Verwarm de pasteitjes al een 10-tal minuten voor, vul ze met dit mengsel en garneer met enkele takjes gehakte peterselie. In elk geval, of u nu graag varkenspotenvol-au-vent of liever bokalenvol-au-vent lust, als u maar vol-au-vent eet op vol-au-vendredi, dan is het goed. Smakelijk!